Daar staan ze nu iets meer dan een jaar, “alsof we ze hebben begraven in een catacombe,” zegt ‘reuzengerant’ Michel Deschuytere van handelsvereniging Bruegel Marollen.
Normaal gezien mochten de reuzen nog een jaar langer gratis in de kelders blijven staan. Maar de herstellings- en rattenverdelgingswerken dringen zich daar nu blijkbaar op. De reuzen moeten weg tegen eind april en het is onduidelijk of ze nadien kunnen terugkeren.
Stad vindt geen oplossing
Het blijft dus zoeken naar een definitieve thuis voor de reuzen. Drie reuzen kunnen van mei tot september terecht op een expo in het Paleis op de Koudenberg, maar voor de rest is er dus nog steeds geen permanente oplossing.
De vereniging dringt al meer dan een jaar aan bij de Stad, maar die vindt naar eigen zeggen geen plek met de juiste afmetingen waar de reuzen langer dan vijftien dagen kunnen blijven. “Toch vreemd voor de grootste vastgoedeigenaar van het Gewest,” zegt Deschuytere.
‘Als we het doen, doen we het goed’
Deschuytere doet als handelaar beroep op ‘zijn’ Brusselse schepen, Marion Lemesre (MR), van Handel. « Het is inderdaad moeilijk een geschikte plek te vinden in een stedelijk gebouw, » reageert zij. « We zullen moeten onderhandelen met privé-partners. Ik lanceer het probleem ook in het college en overleg met de handelaars en mijn collega-schepen van Patrimonium Geoffroy Coomans (MR, red.). »
Lemesre wil het dan ook meteen goed doen. « Als we een definitieve thuis vinden voor de reuzen, dan is dat ook liefst een plek in de Marollen, waar de reuzen echt kunnen worden tentoongesteld, allemaal samen en met de nodige foto’s en bordjes met uitleg. Maar zo’n plek vinden is moeilijk, voorlopig zal het dus opnieuw een tijdelijk onderkomen worden. »